Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En zij spraken tot hem, zeggende: Neen, maar wij zullen u [23]wel binden, en u in hunlieder hand overgeven; doch wij zullen u [24]geenszins doden. En zij bonden hem met twee nieuwe touwen, en voerden hem [25]op van de rots. 23. Hebreeuws, bindende binden. 24. Hebreeuws, dodende zullen wij u niet doden. 25. Noordwaarts naar Lechi, waar de Filistijnen gelegerd waren, vs.9.